Technische en stilistische ontwikkelingen binnen de behangselschilderkunst

Drs. Ige Verslype

Ige Verslype doet promotieonderzoek naar de technische en stilistische ontwikkelingen binnen de zogenaamde behangselschilderkunst. In de zeventiende eeuw decoreerden burgers in de Nederlanden de vertrekken in hun woningen vooral met ezelschilderijen. Daarnaast ontwikkelde zich in de loop van de eeuw onder de meest welgestelde burgers de trend om één (of meerdere) kamers te voorzien van grote schilderingen die alle wanden van het vertrek geheel of grotendeels besloegen. Deze ‘geschilderde kamers’ of ‘geschilderde behangsels’ waren tot in de vroege negentiende eeuw bijzonder populair.
In tegenstelling tot ezelstukken, die men doorgaans kant-en-klaar kocht, werden deze behangsels vaak speciaal voor een bepaalde locatie vervaardigd waarbij hun inhoudelijke en formele aspecten (kleurgebruik, lichtval, compositie, perspectief ) doorgaans werden afgestemd op de functie van de gekozen locatie; een functieverandering met ingrijpende stilistische consequenties.
Door de schaalvergroting van de schilderingen en hun veranderende functie – van ‘zelfstandige afbeelding’ tot ‘omvattend decor’ – werden van de schilders ook materiaaltechnische aanpassingen gevraagd. Daarbij valt te denken aan andere gronderingen en nieuwe wijzen van opspanning evenals snellere en goedkopere schildertechnieken.
In dit promotieonderzoek worden deze materiaaltechnische en stilistische ontwikkelingen onderzocht. Dit gebeurt aan de hand van verschillende ensembles die in situ bewaard zijn en welke niet of nauwelijks zijn gerestaureerd waardoor deze in een ‘pure’ materiële en historische context bewaard zijn gebleven. Tevens worden uit de museale collecties – in het bijzonder die van het Rijksmuseum Amsterdam – schilderingen onderzocht die oorspronkelijk deel uitmaakten van ensembles.

Het promotieonderzoek wordt mede mogelijk gemaakt door het Rijksmuseum Amsterdam.

terug naar boven