an Integrated Technical, Visual and Historical Study of 17th and 18th Century Dutch Painting Ensembles
Waardevolle ensembles die momenteel diepgaand worden onderzocht. Komende jaren worden ook nog andere ensembles bestudeerd.
Allegorische voorstellingen van Theodoor van Thulden
Plafondschilderingen (1684) in Trompenburg te ’s Graveland
Geschilderde kamer van Andries Warmoes in het Hofkeshuis, Almelo
Plafondschilderingen (1672) van Gerard de Lairesse voor Andries de Graeff
Plafondschildering van Nicolaes van Helt Stockade in het Trippenhuis, Amsterdam
De ‘Gouden Zaal’ in het Mauritshuis, Den Haag
De geschilderde behangsels van Jurriaan Andriessen in de ‘Beuning kamer’
De Oranjezaal in Huis ten Bosch
De beschilderde zaal in het Martenahuis, Franeker
De geschilderde behangsels in Oud-Amelisweerd
De geschilderde kamer in Huize de Dieu te Alkmaar
Breestraat 101 te Beverwijk
In het midden van de zeventiende eeuw vervaardigde de Bossche schilder Theodoor van Thulden (1609-1669) tenminste drie schilderijen voor het stadhuis van ’s-Hertogenbosch (Markt nr. 1). Eenheid en Gerechtigheid (1646) bevindt zich in de indrukwekkende Raadzaal waar het is gevat in een vergulde lijst van een schoorsteenmantel uit 1672. Twee andere allegorische voorstellingen bevinden zich in de huidige Burgermeesterskamer: Het recht op hoger beroep van de vier kwartieren der Meierij bij de schepenbank van ’s-Hertogenbosch (1647) en Het verzoek van de Brabantse steden om toetreding tot de Staten Generaal (1650). Deze pendanten zijn opgenomen in een fraaie vroeg acchtiende-eeuwse betimmering. Naast deze twee schilderijen zijn in de Burgemeesterskamer nog twee doeken te vinden die traditioneel met Theodoor van Thulden in verband worden gebracht: de ongesigneerde en ongedateerde Twee Leeuwen en Wildeman. Van beide werken is echter onduidelijk of de meester deze heeft vervaardigd.
Naast stadswoningen werden ook de buitenplaatsen van de Amsterdamse elite in de zeventiende eeuw rijkelijk gedecoreerd met schilderingen. Een indrukwekkend voorbeeld hiervan zijn de decoraties in de buitenplaats van de admiraal Cornelis Tromp (1629-1691) en zijn vrouw Margaretha van Raephorst (1625-1690). Het huis, dat bestaat uit een rechthoekig hoofdgebouw dat door middel vaan een tussenlid is verbonden met een achthoekige koepelzaal, werd gebouwd op de plek van het in 1672 door de Fransen verwoestte landhuis de Hoge Dreuvik.
Een indrukwekkende geschilderde kamer uit de late achttiende eeuw bevindt zich in het Hofkeshuis in Almelo. Het vertrek bevat een wandvullend geschilderd imitatiereliëf door de decoratieschilder Andries Warmoes (gesigneerd in 1778). Ook het oorspronkelijke stucplafond en de gestucte schouwboezen zijn nog in de kamer aanwezig evenals de originele lambrisering, deur, luiken en schoorsteenmantel. Het houtwerk en het stucwerk zijn vandaag de dag evenwel volledig overschilderd en de schoorsteenmantel en een deel van de lambrisering zijn door een moderne betimmering aan het oog onttrokken.
Een driedelige plafondschildering van Gerard de Lairesse (1641-1711), één van de beroemdste schilders uit de late Gouden Eeuw, bekroont sinds 1913 een monumentale vergaderzaal in het Vredespaleis dat hetzelfde jaar werd voltooid. De Carnegie-stichting die verantwoordelijk was voor de bouw en later voor het onderhoud van het gebouw, had het plafond al in 1903 op de veiling gekocht als een Triomf van de Vrede; een titel die goed aansloot bij de toekomstige locatie van de schilderingen.
Het Trippenhuis aan de Kloveniersburgwal in Amsterdam werd tussen 1660-1662 gebouwd voor de gebroeders Louys en Hendrick Trip. Niet alleen het exterieur van dit stadspaleis doet denken aan het voormalige stadhuis op de Dam, ook het interieur werd, net als dit stadhuis, rijk gedecoreerd, onder andere door één van de schilders die meewerkte aan de stadhuisdecoraties: Nicolaes van Helt Stockade (1614-1669).
Tijdens de recente renovatie van het Haagse stadspaleis het Mauritshuis (2009-2014) werd het vroeg achttiende-eeuwse schilderijenensemble van de ‘Gouden Zaal’ gerestaureerd. Deze restauratie bood een uitgelezen gelegenheid deze schilderingen en de ‘De Groote Beneden Sale’, zoals dit monumentale vertrek vroeger werd genoemd, diepgaand te bestuderen.
Het Rijksmuseum heeft voor zijn nieuwe opstelling in 2013 een van de fraaist bewaard gebleven rococo interieurs als stijlkamer opgesteld. Deze zogenaamde ‘Beuning kamer’ werd tussen 1744-1748 vervaardigd in opdracht van het welgestelde koopmansechtpaar Beuning voor hun huis aan de Keizersgracht te Amsterdam. Het voor die tijd zeer exclusieve Cuba-mahonie van de lambriseringsdelen, omlijstingen en deuren is met groot vakmanschap gesneden. Hiernaast getuigen ook het rijk geornamenteerde stucplafond en de schouw van Rouge Royal marmer van bijzondere klasse.
De Oranjezaal in Koninklijk Paleis Huis ten Bosch is een van indrukwekkendste en best bewaarde creaties uit de Gouden Eeuw. Dit luisterrijke project werd in opdracht van Amalia van Solms (1602-1675) uitgevoerd ter nagedachtenis aan haar overleden echtgenoot, stadhouder Frederik Hendrik (1584-1647).
In het Martenahuis aan de Voorstraat 35 te Franeker bevindt zich een geschilderde kamer die een samenstel is van schilderingen en architectuuronderdelen uit verschillende perioden. Het grote, bijna vierkante, vertrek (7,5 x 7,6 meter) is gelegen aan de voorzijde op de bel-etage. Zes arcadische behangselschilderingen, van elk drie meter hoog, sieren drie wanden. Onder deze landschappen zijn er op lambriseringshoogte negen decoratieve schilderingen aangebracht en boven de toegangsdeur prijkt een bovendeurstuk.
Landhuis Oud-Amelisweerd in Bunnik, voltooid in 1770, is gebouwd in opdracht van baron Gerard Godard Taets van Amerongen (1729-1804). Verschillende bewoners, waaronder koning Lodewijk Napoleon (1778-1846), hebben na deze bouwheer in meer of mindere mate hun stempel gedrukt op het pand; een geschiedenis die wordt weerspiegeld in het rijke en bijzondere interieur van Oud-Amelisweerd.
In 1744 liet de schatrijke Carel de Dieu (1708-1789) samen met zijn vrouw Brigitta de la Croix (1711-1771) een imposant woonhuis bouwen aan de Langestraat in Alkmaar. Kosten nog moeite werden gespaard. Zowel voor het exterieur als voor het interieur werden naast lokale ambachtslieden, de beste vakmensen uit Amsterdam en daarbuiten aangetrokken.
Achter de strakke achttiende-eeuwse gevel van het pand aan de Breestraat 101 in Beverwijk is een bijzondere geschilderde kamer bewaard gebleven. Het statige woonhuis ontstond in het midden van de achttiende eeuw uit de samenvoeging van twee zeventiende-eeuwse percelen. Waarschijnlijk heeft de tweede eigenaar van de woning, Lourens Stelt (1736-1784), de voorkamer met de geschilderde behangsels, marmeren schouw en figuratief stucplafond laten decoreren. Stelt kocht het huis bij veiling in 1776 en woonde er met zijn eerste echtgenote en hun zoon Pieter Stelt (1766-1823), die later burgemeester van Beverwijk werd.