an Integrated Technical, Visual and Historical Study of 17th and 18th Century Dutch Painting Ensembles
Margriet Eikema Hommes studeerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde cum laude in 2002 bij Prof. Ernst van de Wetering. Dit promotieonderzoek maakte deel uit van het onderzoeksprogramma Molecular Aspects of Ageing of Painted Art (MOLART) van NWO en verscheen als handelseditie onder de titel Changing Pictures: discoloration in 15th-17th century oil paintings. Van 2002 tot 2004 was ze postdoctoraal onderzoeker in een interdisciplinair onderzoeksproject naar de geschilderde decoratie in de Oranjezaal, Huis ten Bosch (NWO - De Mayerne programma).
Sinds 2005 werkt ze als senioronderzoeker bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), waar ze materiaaltechnisch onderzoek aan vooral zeventiende-eeuwse schilderijen coördineert en uitvoert.
Van NWO ontving ze een Veni-subsidie voor haar onderzoek Visual concepts and pictorial solutions: the interrelation between decorative function, style and technique in 17th-century Netherlands painting ensembles aan de Universiteit van Amsterdam. En in 2010 ontving ze de NWO Vernieuwingsimpuls Vidi-subsidie voor het huidige project From Isolation to Coherence. Dit project onder leiding van Van Eikema Hommes is ondergebracht bij de Technische Universiteit Delft, sectie Materials in Art and Archeology (Technische Materiaalwetenschappen). Sinds mei 2011 is Van Eikema Hommes daar universitair hoofddocent.
Piet Bakker studeerde Culturele Studies met als basisvak Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Vanaf 2003 deed hij in opdracht van het Fries Museum te Leeuwarden archiefonderzoek naar de kunstmarkt in Friesland in de zeventiende eeuw. Hierop promoveerde hij in januari 2008 aan de Universiteit van Amsterdam bij prof. Eric Jan Sluijter. Van het proefschrift verscheen hetzelfde jaar de handelseditie: De Friese schilderkunst in de Gouden Eeuw. Hetzelfde jaar trad hij in dienst van de Leiden Gallery in New York waarvoor hij tot oktober 2012 in Nederland (archief)onderzoek heeft gedaan naar de schilders en de kunstmarkt in Leiden in de zeventiende eeuw. Sinds maart 2012 is Bakker betrokken bij het project From Isolation to Coherence. Behalve met ondersteunend archiefonderzoek voor de verschillende te bestuderen objecten en casussen is Bakker verantwoordelijk voor een studie naar de wijze waarop de interieurschilderkunst zich in de loop van de zeventiende en achttiende eeuw ontwikkelde tot een op zichzelf staande discipline:Van De Lairesse tot Simis. Decoratieve schilderkunst in de Republiek: een kwantitatieve benadering.
Katrien Keune studeerde Scheikunde aan de Universiteit van Amsterdam waarna ze in 2005 promoveerde bij prof. Jaap Boon, verbonden aan het FOM-Instituut AMOLF. Keunes promotieonderzoek, getiteld Binding medium, pigments and metal soaps characterised and localised in paint cross-sections, maakte deel uit van het NWO De Mayerne programma. In 2006-2007 was ze postdoctoraal onderzoeker (NWO Talentbeurs) bij de wetenschappelijke afdeling van de National Gallery te Londen. Van 2008 tot 2011 was Keune als onderzoeker werkzaam bij de Rijksdienst Cultureel Erfgoed. Ook deed zij in die periode materiaaltechnisch onderzoek naar schilderijen voor verschillende musea en restauratoren. Daarnaast was zij als gastdocent verbonden aan zowel de opleiding Beheer en Behoud van de Reinwardt Academie als de opleiding Conservering en Restauratie van de Universiteit van Amsterdam. Sinds september 2012 is Katrien als projectleider en onderzoeker betrokken bij het NWO-project Science4arts Paint Alteration in Time. (2012-2016, University of Amsterdam). Haar specialisme ligt op het gebied van degradatiefenomenen in olieverf gerelateerd aan interacties van het pigment-bindmiddel.
In het Vidi-project houdt Keune zich vooral bezig met het chemisch-analytisch onderzoek naar verouderingsprocessen in geschilderde kamers.
Tatjana van Run behaalde in december 2009 haar master Kunstgeschiedenis van de Nieuwere Tijd en in april 2012 de onderzoeksmaster Kunstwetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam (beide cum laude). In het kader van haar stage bij restauratrice Caroline van der Elst en het Museum Catharijneconvent deed zij onderzoek naar Jan van Scorels Altaarstukken met het lijden van Christus. Haar masterstage doorliep zij bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed als medewerker in het project Het materiaalgebruik en de schildertechniek van Rembrandts leerlingen. Haar onderzoek naar de scheepsportretten in de buitenplaats Trompenburg in ‘s Graveland resulteerde in een artikel in Oud Holland (2013, vol. 126-1) Vanaf maart 2012 werkt Van Run aan een promotieonderzoek binnen het project From Isolation to Coherence. Werktitel van dit onderzoek is ‘Het schilderen der Zolderwerken’: De Amsterdamse productie van plafondschilderingen in woonhuizen tijdens de late Gouden Eeuw.
Ige Verslype studeerde Kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht en volgde de opleiding tot Restaurator (richting Oude Kunst) bij de Stichting Restauratie Atelier Limburg te Maastricht. Zij liep stages bij de Stichting Kollektief Restauratieatelier Amsterdam en het Rijksmuseum Amsterdam. Na haar afstuderen in 2003 volgde zij een post graduate internship in het Straus Center for Conservation and Technical Studies, onderdeel van Harvard University Art Museums in Cambridge MA. Ige werkt sinds september 2004 als restaurator schilderijen in het Rijksmuseum Amsterdam. Vanaf januari 2013 werkt Verslype aan een promotieonderzoek binnen het project From Isolation to Coherence. Werktitel van dit onderzoek is Technische en stilistische ontwikkelingen binnen de behangselschilderkunst.