Plafondschilderingen (1684) van o.a. Johannes Voorhout in Trompenburg te ’s Graveland

Decoraties in de buitenplaats van admiraal Cornelis Tromp.

Naast stadswoningen werden ook de buitenplaatsen van de Amsterdamse elite in de zeventiende eeuw rijkelijk gedecoreerd met schilderingen. Een indrukwekkend voorbeeld hiervan zijn de decoraties in de buitenplaats van de admiraal Cornelis Tromp (1629-1691) en zijn vrouw Margaretha van Raephorst (1625-1690). Het huis, dat bestaat uit een rechthoekig hoofdgebouw dat door middel vaan een tussenlid is verbonden met een achthoekige koepelzaal, werd gebouwd op de plek van het in 1672 door de Fransen verwoestte landhuis de Hoge Dreuvik.

In twee representatieve vertrekken op de bel-etage van het hoofdgebouw zijn figuratieve plafondschilderingen op doek bewaard gebleven, waarvan één in 1684 werd gesigneerd door Johannes Voorhout (1647-1723). Twee anderen plafondstukken moeten verloren zijn gegaan; hier rest slechts de architectuuromlijsting waar de doeken ooit in waren gevat. Daarnaast bevat deze buitenplaats verschillende met vogels gedecoreerde plafonds: in de hal, in een achterkamertje en ook in de vestibule waarvan slechts een klein fragment in 2004 door Ruth Jongsma is ontdaan van latere overschilderingen.

Hoogtepunt van dit huis vormt de koepelzaal. Hierin bevinden zich in de wanden portretten van Cornelis Tromp, zijn vader Maarten Tromp (1598-1653) en Margaretha van Raephorst aangevuld met een voorstelling van de zeegod Neptunus. In de erkers die uitzicht geven op het omringende water rond het huis bevinden zich zogenaamde ‘scheepsportretten’ die recent door Tatjana van Run konden worden toegeschreven aan de zeeschilder Aernout Smit (ca. 1641-1710). Bovendien kon zij aantonen dat deze zeestukken in 1684 zijn vervaardigd en tot het oorspronkelijke ensemble van Trompenburg behoren, iets waarover voorheen twijfel bestond. De scheepsschilderingen herdenken de glorieuze overwinningen tijdens zeeslagen waarin Cornelis of zijn vader Maarten Tromp een belangrijke rol speelden.

In deze casus richt het onderzoek zich voornamelijk op het doorgronden van het iconografisch programma en de vraag wat Tromp met dit indrukwekkende ensemble wilde overbrengen. Daarnaast ligt de nadruk op de productiewijze en totstandkoming van het ensemble van huis en schilderingen waarbij, zo lijkt het, een onderling gerelateerd netwerk van kunstenaars betrokken was. Tevens is het de bedoeling om door middel van fotothermische tomografie een beter beeld te krijgen van een nu slechts gedeeltelijk vrijgelegde roofvogel in de vestibule. Mogelijk geeft dit dier namelijk een extra aanwijzing hoe we dit ensemble van decoraties moeten interpreteren.

Samenwerking
Met Ruth Jongsma (van het Bureau voor kleuronderzoek & restauratie); Stichting Restauratie Atelier Limburg; Opleiding Conservering & Restauratie, Universiteit van Amsterdam. Onderzoek met fotothermische tomografie zal worden uitgevoerd door Tim Zaman, Technische Universiteit Delft, onder leiding van Prof. dr. Joris Dik.

Publicaties
K. Ottenheym en T. van Run, ’The Admiral, his Villa and the Smell of Gun Powder, Sea and Glory’ publicatie naar aanleiding van de conferentie ‘The Early Modern Villa: The Senses and Perceptions versus Materiality’, Wilanow 2014 (in productie).

Tatjana van Run, ‘De koepelzaal van Syllisburg; de scheepsportretten in het landhuis Trompenburg te ’s-Gravenland’, in: Oud Holland, 126, (2013) nr. 1, pp. 31-48.

Het onderzoek naar de buitenplaats Trompenburg zal worden gepubliceerd in het proefschrift van Tatjana van Run, met werktitel: Hemelen op aarde. De Amsterdamse productie van plafonddecoraties in particuliere woningen tijdens de late Gouden Eeuw (beoogde promotiedatum 2017).

terug naar boven